|
||||||||
|
Een concert dat verplaatst wordt naar een grotere zaal is meestal een goed teken en kan tellen als waardemeter voor een artiest en zijn geleverde werk. Vijf jaar geleden kreeg de uit Noord West Engeland afkomstige Bill Ryder-Jones nog moeiteloos de TRIX Bar aan zijn voeten bij de release show van zijn op lovende kritieken onthaalde album “Yawn”. Het publiek is dit ondanks de lange adempauze niet vergeten zodanig dat Bill vanavond mag aantreden in een goed gevulde zaal van het aangrenzende TRIX Club. Dik verdiend natuurlijk, want ook vandaag komt hij ons opnieuw onderdompelen in de tonen van zijn nieuwe, vijfde studioalbum “Iechyd Da”, aka het Welch voor proost, dat op een heel ander leest geschoeid is dan het droeve, low-core, op grungy gitaren drijvende “Yawn”. Het album blinkt uit in knappe arrangementen met strijkers, blazers en zelfs een kinderkoor. Niet voor niets staat hij vanavond op het podium met een zeskoppige band, met maar liefst twee gitaristen, een keyboardspeler, een ritmesectie met bas en drum en celliste Evelyn Hall, die ook als Pet Snake zorgde voor een knappe opener. Hoewel Bill Ryder-Jones nog maar veertig lentes telt, draait hij toch al zevenentwintig jaar mee in de muziekwereld. Als dertienjarige snaak bengelde er al een gitaar rond zijn nek en werd hij leadgitarist bij de populaire indie-rock band The Coral. In 2008 besloot Bill Ryder-Jones echter de band te verlaten wegens persoonlijke problemen en angsaanvallen die te wijten zijn aan dramatische ervaringen in zijn jeugdjaren, zoals de dood van zijn broer, die hij voor zijn ogen van de kliffen zag vallen. Ook “Iechyd Da” ging gebukt onder tegenslagen. Niet enkel kwam Covid roet in het eten strooien, ook moest hij een breuk met zijn vriendin verwerken en kreeg hij opnieuw last van de beklemmende kwaaltjes uit het verleden. Maar het gezegde dat een getormenteerde artiest dikwijls de beste dingen schrijft, wordt opnieuw bewaarheid. Geen sinecure om dit instrumentaal zo gelaagd album live te brengen, maar we mogen de operatie honderd procent geslaagd noemen met een virtuoze band die knap voor de gepaste instrumentale opvulsels zorgt. “I Hold Something In My Hand” uit het nieuwe album wrijft als opener melancholisch tegen ons aan, met Bill Ryder-Jones’ op akoestische gitaar en zijn typisch fluisterende stem, schuifelende snaredrum en een opwellende cello in de finale. Gesterkt door een flinke slok geestrijke drank die dermate sterk is dat hij er zich bijna in verslikt, wordt “Christinha” aangesneden, waarna hij voor het eerst de elektrische gitaar omgordt in het op cello van Evelyn Hall openend “If Tomorrow Starts Without Me”, dat bovendien mag genieten van twinkelend twaalfsnarig gitaarspel. Als eerste uit de reeks van de ondertussen naar trilogie gegroeid “A Bad Wind Blows in my Heart”, krijgen we het treurende Pt2 ingelepeld, teder doorweven met druppelend pianospel en heerlijke slide-gitaar opvulsels, die knap opbouwen naar een daverende gitaarfinale. De eerste zet naar de geniale gitaarpartijen van de oude Coral virtuoos is gezet, en dan moet “Wild Swans” nog opduiken met zijn wervelende gitaarfinale, met geniaal gitaarwerk van Bill Ryder-Jones, die nog steeds trots de gitaarband van The Coral draagt. Daarop mag “Daniel”, een song opgedragen aan Bill’s overleden broer, een warm dekentje rond ons draperen, waarna Bill nonchalant de band van het podium jaagt en ons grappend op het verkeerde been zet door een fake request ronde te organiseren om uiteindelijk toch zijn zin te doen en ons solo tokkelend ontroerd in een fluisterzacht “Seabird” muisstil te krijgt. Schitterend klinkt ook het romantische “I Know It’s Like This (Baby)”, dat ons doet zweven tussen Velvet Underground en met zijn “Papapa” koortje naar Beach Boys sferen voert. Pt3 van “A Bad Wind Blows In My Heart” breidt hier een walsend vervolg aan en ontploft in zijn finale met een vurig gescandeerd “Oh How I Loved You”, bijgestaan door drie gierende gitaren. Ook in “Nothing To Be Done” treden vlammende gitaren samen met denderende percussie op de voorgrond, maar het rolt slechts de loper uit voor de topper van de avond in een explosief in hectische Malkmus stijl gestrumd “Two To Birkenhead”, dat de ganse zaal headbangend in vuur en vlam zet op de gierende grunge gitaarnoten. In al zijn plechtigheid mag “This Can’t Go On” als eervolle afsluiter in Mercury Rev stijl de set finaal afsluiten en zonder enige toegift wuift Bill Ryder-Jones ons voldaan de Antwerpse nacht in. Wat een uniek en super getalenteerd artiest is die Bill Ryder-Jones toch. Onze getormenteerde ziel uit West Kirby, Merseyside, was niet in zijn beste humoristische vorm vertelde hij ons zelf, maar hij klonk toch nog gevat in zijn reacties op het publiek en al zag hij er wat vermoeid uit en slonken de glazen van een sterk doorzichtig goedje zienderogen als de set vorderde, dit deed niets af aan de puike prestatie van Bill en zijn super band. We zeggen zeker Iechyd Da, cheers en gegarandeerd tot een volgende keer. Yvo Zels Voor meer foto's klik hier of ga naar de Instagram pagina van yvozels.
|